maandag 18 juli 2011

Maandag, 18 juli 2011

Maandag, 18 juli 2011:

Jezus zei: “Mijn volk, uw land wordt verfrist met levensgevend regen. Veel mensen zijn blij om in het midden van een droogte regen te zien. Veel van jullie vegetatie is uitgedroogd tot een drempelende toestand, dus heeft het langere regen dagen nodig om hersteld te worden. Wees dankbaar voor elke neerslag, zelfs als het maar weinig is. In de eerste lezing proberen de Egyptenaars wraak te nemen op het verliezen van hun eerstgeborene, maar dit leger verdrinkt later. Mozes was trouw in het leiden van het volk door de Rode Zee en uiteindelijk naar het beloofde land. Mijn volk moet ook trouw zijn en weten dat Ik jullie zal beschermen zoals Ik deed met de Joden in de woestijn. Net als het Egyptische leger verslagen werd, zo zal Ik in deze komende moderne Exodus jullie vijanden verslaan en jullie brengen naar Mijne Tijdperk van Vrede dat jullie nieuw beloofde land zal zijn.”

Jezus zei: “Mijn volk, de Schriftgeleerden en Farizeeën wilden een teken van Mij zien, maar Ik vertelde hen dat het enige teken dat Ik zou geven die van Jona, de profeet was. Net als Jona drie dagen en drie nachten in de buik van een vis zat, zo zou de Zoon des Menschen even lang in het graf liggen. Deze mensen begrepen niet dat Ik hun vertelde mijn Opstanding uit de doden het belangrijkste teken voor alle mensheid zou zijn. Het was Mijne lijden en dood aan het kruis die verlossing brachten aan allen die Mij aannemen en vergeving van hun zonden zoeken. De Schriftgeleerden en Farizeeën zouden Me uiteindelijk kruisen, maar ze wilden niet in Mijn Opstanding geloven. Ze deden alles om het te vertrokkelen door de soldaten om te kopen. Ik sprak met hen over de grootheid van Jona en Salomon, maar ik zei hun dat zij iemand groter dan deze mensen hadden door mijn eigen grootheid als God aan te duiden. In de Evangelieën hebben Mijne volgelingen de genade om alles wat Ik op aarde had bereikt te zien, en jullie geloven nu in Mij hoewel jullie Mij niet kunnen zien. Diegenen die in Mij geloven, zullen een profeetse beloning ontvangen.”