Jezus zei: “Mijn volk, het evangelie van vandaag richt zich op Mijn Grote Gebod om God te liefhebben met al uw geest, al uw hart en al uw ziel, en om uw naaste te liefhebben als uzelf. Alles wat jullie doen moet uit liefde voor Mij gebeuren, want jullie zijn afhankelijk van Mij voor alles wat jullie hebben en nodig hebt. Liefde bindt jullie aan Mij en de liefde voor uw naaste maakt jullie liefde deel van Mijn Mystisch Lichaam van Mijn Kerk. Ik ben altijd bij jullie in Mijn sacramentele tegenwoordigheid van Mijn gewijd brood. Geef eer en glorie aan Mij voor mijn tabernakel en voor Mijn Host in de monstrans. In het gezicht las ik de rol van Jesaja (Jesaja 61:1-2) ‘De Geist des Heeren is op mij, want Hij heeft mij gezalfd; om goede nieuws te brengen aan de armen heeft Hij mij gestuurd, om bevrijding uit te roepen voor gevangenen en zicht voor blinden; om vrijheid te geven aan de onderdrukten, om het aangename jaar des Heeren uit te ropen en de dag der vergelding.’ Jullie allen zijn geroepen om uw naaste te helpen volgens Mijn voorbeeld zodat jullie de hongerigen kunnen voeden, water kunnen geven aan de dorstige, kleding kunnen geven aan de blooten en onderdak kunnen bieden aan de daklozen. Terwijl de priester dit Schriftuur las over het laatste oordeel (Matt. 25:31-46), zult jullie deze uitspraak horen bij uw oordeel op uw sterfbed. ‘Zolang jullie dat deden voor een van hen, de kleinsten onder Mijn broeders, deden jullie het voor Mij.’ Kom dan niet met lege handen naar Mij toe, maar laat jullie handen vol goede werken zijn voor uw naaste. Vergeet niet om Mij en uw naaste te liefhebben niet alleen in woorden, maar ook door uwe daad. Wanneer jullie zulke dingen doen, zullen jullie schat opaarden in de hemel voor jullie oordeeldag.”